JavaScript is required for this website to work.
post

Vermalen in het systeem van Erdoğan

Dirk Rochtus14/7/2017Leestijd 3 minuten
Erdogan in Ankara tijdens een partijcongres van de AKP (mei 2017)

Erdogan in Ankara tijdens een partijcongres van de AKP (mei 2017)

foto © Reporters

Erdogan heeft ooit veel gedaan voor de Turkse economie en trotseerde de vroegere elites. Maar dat is geen vrijgeleide om tienduizenden Turken sociaal te doden.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Turkse regering herdenkt zaterdag de mensen die een jaar geleden, op 15 juli 2016, om het leven kwamen bij ‘de coup tegen de grondwettelijke orde van Turkije’. De dood van meer dan 240 mensen is tragisch genoeg, maar zal de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan ook even stilstaan bij de ‘sociale dood’ die vele tienduizenden gestorven zijn ten gevolge van zijn wraakzucht? Meer dan 150 000 mensen zijn opgepakt, opgesloten en/of ontslagen op verdenking van ‘terrorisme’. Hun ‘misdaad’ bestaat erin dat ze echte of vermeende banden hebben met de in ballingschap levende prediker Fethullah Gülen die volgens Erdoğan het brein achter de coup zou zijn. Harde bewijzen zijn daar nooit voor geleverd, maar dat hinderde de president niet om onnoemelijk veel mensen als ‘terroristen’ te laten vervolgen.

Risico

Een toekomst hebben deze mensen niet meer. Ze hebben alles verloren: hun eer, hun werk, hun maatschappelijke positie. In de rechtsstaat ben je onschuldig tot je in een eerlijk proces veroordeeld wordt, maar in het Turkije van Erdoğan kan je al ‘guilty by association’ of schuldig zijn omdat je leraar bent geweest in een school die door Gülen werd gefinancierd, of omdat je een rekening had op een ‘gülenistische’ bank. Niet alleen ‘gülenisten’ worden vervolgd, maar ook journalisten die ooit een kritisch artikel schreven en academici die ooit voor een vreedzame oplossing van de Koerdische kwestie pleitten. Erdoğan en zijn volgzame politieofficieren en rechters pinken geen traan weg om al het menselijke leed dat ze veroorzaakt hebben. Mededogen is een ‘Fremdwort’ voor hen. Maar ook de vurigste aanhangers van Erdoğan lopen vroeg of laat het risico om vermalen te worden in een systeem waar alles draait rond de almacht van één man. Er zijn genoeg gevallen bekend van rechters die zogenaamde ‘gülenisten’ tot zware gevangenisstraffen veroordeelden, en die later zelf in ongenade vielen.

Koers

Rond de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016 hangt een waas van geheimzinnigheid. Het amateurisme waarmee hij uitgevoerd werd, roept vele vragen op. Wist de regering misschien dat er iets op til was? Vreemd toch dat de noodtoestand pas vijf dagen na de mislukte coup uitgeroepen werd. Wat sindsdien gebeurd is, kan beschouwd worden als ‘putsch wederom putsch’. Erdoğan veranderde Turkije in een soort Erdoğanistan. Zijn aanhangers schelden iedereen die kritisch staat tegenover de leider uit voor verrader, terrorist of Turkije-hater. Ze hebben blijkbaar niet door dat er een verschil bestaat tussen een land en het regime dat er de plak zwaait. Wie van Turkije houdt, kan niet anders dan bedroefd en bezorgd te zijn over de koers die Erdoğan de laatste jaren ingeslagen is. Ooit was hij een beloftevolle politicus. Hij heeft in het verleden veel gepresteerd voor de economie van het land, hij heeft de vroegere elites getrotseerd: dat is allemaal waar en het verklaart zijn populariteit bij de helft van de bevolking. Die vroegere prestaties vormen wel geen vrijbrief om Turkije te verstikken.

Mars

Is er desondanks toch nog hoop voor Turkije? Bij het referendum van 16  april 2017 over de invoering van een presidentieel systeem wist Erdoğan slechts een nipte meerderheid in de wacht te slepen, en dan nog na intimidatie van de oppositie en onregelmatigheden bij de stembusgang. De oppositie roert zich weer. Kemal Kilicdaroğlu, de voorzitter van de seculiere oppositiepartij CHP, overwon zijn eigen lijdzaamheid en startte op 15 juni een mars voor ‘adalet’ (rechtvaardigheid) die hem samen met tienduizenden mensen van Ankara naar Istanbul bracht. De mars vond vorige zondag, 9 juli, een slotakkoord in Istanbul met een massabijeenkomst van een miljoen mensen. Onder hen bevonden zich opposanten van verschillende gezindheden: secularisten en liberale en progressieve Turkse en Koerdische nationalisten. Kilicdaroğlu die tijdens de mars geen partijsymbolen duldde, moet proberen de eenheid onder de opposanten te bewaren en de op vrijheid en rechtvaardigheid gerichte energie te doen doorstromen naar alle geledingen van de maatschappij.

Voor Kilicdaroğlu luidt 9 juli de geboorte van een nieuw Turkije in. Erdoğan heeft de boodschap niet meegekregen. De volgende dag liet hij weer 40 universiteitsmedewerkers en tientallen ambtenaren op beschuldiging van ‘terrorisme’ oppakken. ‘Business as usual’, heet zoiets.

(Dit artikel verscheen eerder in De Tijd n.a.v. 1 jaar mislukte coup in Turkije)

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties