JavaScript is required for this website to work.
ECONOMIE

Schaf de wet-Renault af

Op zoek naar meer productiviteit

ColumnJan Denys24/4/2024Leestijd 3 minuten

De wet-Renault en het systeem van tijdelijke werkloosheid dienen aangepast te worden in tijden van quasi volledige tewerkstelling

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het is nu al zeker dat de komende verkiezingen niet in het teken van arbeidsmarkthervormingen zullen staan. Vanuit Vlaams perspectief kan daarvoor enig begrip worden opgebracht. Vlaanderen zit niet meer zo ver af van de volledige werkgelegenheid (80%). Dat geldt zeker niet voor Brussel en Wallonië en dus ook niet voor België als geheel.

En dan helpen programmapunten als een 32-uren-week met loonbehoud uiteraard niet. Het blijft onwaarschijnlijk hoe weinig sense of urgency er is in die twee regio’s om de werkzaamheidsgraad op te krikken.

Maar ook Vlaanderen vergist zich als het de arbeidsmarktproblemen niet (meer) prioritair vindt. Alleen gaat het nu om grotendeels andere problemen dan de voorbije halve eeuw. Toen ging het over meer mensen naar de arbeidsmarkt brengen. Nu is de basisvraag: hoe gaan we onze productiviteit verhogen?

Welvaartsstaat

Onze productiviteitsgroei is de voorbije decennia systematisch gedaald. Toch kunnen we alleen met een voldoende hoge productiviteit onze welvaartsstaat behouden. Maar hoe verhoog je die productiviteit? Beleidsmatig is dat een stuk lastiger te realiseren dan meer mensen naar de arbeidsmarkt brengen. Nu moeten we het hebben over opleiding, arbeidsorganisatie, onderzoek en ontwikkeling, innovatie, onaangepaste instituties of markten waarin concurrentie te veel wordt geweerd.

De wet-Renault en het systeem van tijdelijke werkloosheid tijdelijke werkloosheid zijn twee van die ‘onaangepaste instituties’, elk met een heel lange geschiedenis. België is in deze een voorloper in Europa. De wet-Renault is in 1998 tot stand gekomen in een zeer emotioneel klimaat en heeft eigenlijk alleen de bedoeling om zoveel mogelijk jobs te vrijwaren.

Vergrijzing

We hebben in deze een zeer slechte traditie. Herinner u de vijf nationale sectoren waarbij massa’s middelen zijn geïnvesteerd om de werkgelegenheid zoveel mogelijk te behouden. Twee van de vijf sectoren zijn intussen verdwenen (steenkool en scheepsbouw), de andere hebben nog een fractie van de tewerkstelling van toen. textiel en confectie telden in 1973 190.000 werknemers (u leest het goed). Nu nog hooguit 20.000. Tussen 1973 en 1978 gingen in beide sectoren samen 65.000 banen verloren.

Dit is vandaag bijna niet meer te vatten. Het doet ons begrijpen waarom men toen alles op alles zette om banen te redden. Maar dat was toen. Nu creëren de westerse economieën netto veel jobs en is er door de vergrijzing een massale uitstroom uit de arbeidsmarkt. Er is helemaal geen reden meer om alles op alles te zetten om jobs te beschermen.

Volgens een benchmark van de OESO heeft België de meest strenge wetgeving inzake collectief ontslag

De wet-Renault zorgt er wel voor dat bedrijven gemiddeld later herstructureren. De wet legt namelijk zo’n zware procedure op dat bedrijven er alles aan doen om dit te ontwijken. Alleen al het gemiddeld veel te lang aanslepen van de procedure en de onzekerheid die dat met zich meebrengt (zowel voor de ontslagen werknemers als voor zij die uiteindelijk kunnen blijven) is nefast voor het bedrijfsklimaat. Volgens een benchmark van de OESO heeft België de strengste wetgeving inzake collectief ontslag.

Noodlottig uitstel

Bij Van Hool heeft dat geleid tot noodlottig uitstel. Indien het bedrijf eerder met de herstructurering was begonnen, hadden wellicht meer jobs kunnen worden gered. Maar er is meer. Als een wet ervoor zorgt dat werknemers blijven zitten in een onaangepast bedrijf, dan kunnen meer productieve sectoren onvoldoende groeien en zich verder ontwikkelen. Het is voor iedereen beter, werkgevers en werknemers, dat bedrijven zich tijdig kunnen aanpassen.

Van belang is dat werknemers een doorstart kunnen maken naar een ander (productiever) bedrijf. Op dat punt heeft onze arbeidsmarkt zich gelukkig wel goed ontwikkeld. Ontslagen werknemers krijgen nu, als ze dit willen, veel meer ondersteuning om een nieuwe baan te zoeken. Mijn voorstel is simpel: schaf de wet-Renault af. Ondersteun de werknemers die hun baan verliezen (het is en blijft een emotioneel belastend gegeven) en geef alle kansen aan een goede transitie.

Zombiebedrijven

Minstens even belangrijk is het systeem van tijdelijke werkloosheid.  Op zich is dit een uitstekend systeem om bedrijven met een tijdelijke dip te ondersteunen. Tijdens Corona heeft dat zijn waarde bewezen. Op het toppunt zaten 800.000 werknemers in het systeem van tijdelijke werkloosheid. Het heeft er mee voor gezorgd dat we na corona zo snel hebben kunnen schakelen. Maar het wordt ook gebruikt door bedrijven die in feite niet meer kunnen overleven en waar de doodstrijd wordt gerekt, de zgn. zombiebedrijven.

De laatste telling gaf aan dat 70.000 werknemers in dergelijk bedrijven werken. En dat dus op een ogenblik dat er bijna 200.000 openstaande vacatures zijn! Pas de regulering inzake tijdelijke werkloosheid aan zodat dit soort toestanden niet meer kunnen. Het is niet de taak van een overheid ervoor te zorgen dat werknemers zo lang mogelijk binnen één en hetzelfde bedrijf werken. De taak bestaat er wel in dat ze aan het werk zijn in een liefst duurzame job.

De kans dat de sociale partners dit gaan regelen is zo goed als nihil. De vakbonden zullen de voorkeursbehandeling die ze hebben gekregen uiteraard niet opgeven. Een politieke interventie is dus noodzakelijk, maar is in een Belgische constellatie onwaarschijnlijk. Wat belet Vlaanderen om (minstens symbolisch) een schot voor de boeg te geven?

Volgt sinds 1983 de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Eerst op de KULeuven als wetenschappelijk medewerker later bij Randstad. Hij schrijft voor Doorbraak in eigen naam.

Meer van Jan Denys

Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) is één van de minst performante van de voorbije halve eeuw. Dit is waarom.

Commentaren en reacties