JavaScript is required for this website to work.

Antwerpen, Brussel, Berlijn, Bagdad

Frans Crols27/3/2014Leestijd 3 minuten
TitelAntwerpen, Brussel, Berlijn, Bagdad
AuteurSean McMeekin
UitgeverPenguin Books Ltd
ISBN9780141047652
Onze beoordeling
Aantal bladzijden480
Prijs€ 20

Bij de voorgewende lachebekken van de Vlaamse politiek verslaat minister-president Kris Peeters de concurrenten. Zelden is hij zuur en op familiebezoek helemaal warm: zo ook op het campagnebeeld van Kris Peeters en de Mutti van alle Duitsers, en alle Europese christen-democraten, met als foefje voor de photo opportunity, het CD&V-programma voor 25 mei. Het Vlaams-Duitse front met Angela Merkel als vedette en Kris Peeters als trouwe schoonzoon straalde van geluk.

Dat bi-nationale geluk leidt onder meer naar 1914-1918 en een verhaal dat stilaan in een bredere kring opnieuw bekend wordt. De tribulaties van de Antwerpse tycoon Louis Coetermans (1855-1925) zijn te boek gesteld en vinden hun weg in Vlaanderen (zie ook Doorbraak-Boeken). Die man is een icoon van de betrekkingen tussen Vlaanderen, België en de oosterbuur. Dat leidde tot een recente en mooie leessuggestie van Dirk Rochtus, waar ik graag op inging. Ondernemer Coetermans was decennialang consul-generaal van Perzië, en daar haalde hij de attributen – zwaard, kostuum en fez – die voorkomen op de foto van de omslag van Vincent Merciers boek over voorvader Coetermans. Deze bracht de sjah naar Oostende, Antwerpen en Brussel. Langs de straten stonden telkens duizenden mensen zich te vergapen aan de diamanten op zijn hoofddeksel en kleding. De sjah kocht zijn flonkerstenen bij Louis Coetermans en betaalde deze soms met geleend geld van de Russische tsaar. Ondanks de moeilijkheden met Iran in 2014 – denk aan de diplomatieke manoeuvres omtrent het kernwapenprogramma van de Iraniërs en de somberheid waarin de ayatollahs dit eeuwenoude land onderdompelen – zijn wij geneigd te denken dat het rijk van de sjiieten een te verwaarlozen negorij is. En zeker met een terugblik naar 1914 waar de sjah en zijn hovelingen meer deden denken aan sprookjes van 1001 nacht dan aan macht en belangrijkheid. Fout. Aanvullend bij het boek ‘Prins Diamant’ van Vincent Mercier loont het de moeite om het vlot geschreven en historisch zeer leerzame ‘The Berlin-Baghdad Express’ van Sean McMeekin, Penguin, 2010, te lezen. Het schetst het Perzische imbroglio waarin de Duitsers, en Vlaamse consul-generaal van Perzië, versukkelde vanaf 1914.

Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog ontwikkelde zich in Perzië en Afghanistan een nieuw Great Game, een volgende groots pingpong voor de greep naar de oliebronnen van Perzië en de Perzische Golf, en een landbrug naar de Britse kolonie India. Het oude Great Game was gesteggel tussen de Britten en de Russen over de controle in dat deel van West-Azië. In 1907 sloten de twee rivalen een Anglo-Russian Convention die Perzië verdeelde in een Britse en een Russische invloedszone. Dit gaf onder meer voordelen aan de Anglo-Persian Oil Company (later BP) in Abadan en bij Basra, waar nieuwe olievelden in exploitatie gingen rond het ogenblik dat de Britse oorlogsvloot overschakelde van steenkool naar olie.

Het nieuwe Great Game was de wedijver tussen Duitsland en het Verenigd Koninkrijk in diezelfde regio. Onder leiding van Freiherr von Oppenheim – reiziger, wetenschapper, Arabierenhippie en fantast – smeedde Berlijn serieuze plannen om als land van ongelovigen de moslims van Perzië, Afghanistan, Egypte en Soedan op te hitsen tot een jihad, een heilige oorlog, tegen de Britse kolonisatoren. Die operatie, een poging tot soft power die moest leiden tot hard power van de moslims tegen de gehate Britten, was vernuftig, avontuurlijk, cultureel om van te smullen, bewijst Sean McMeekin. Alle expertise in Duitsland over de islam, het Arabisch, de geopolitiek werd erbij betrokken. De campagne liep uit op een debacle en draaide de sympathie en achting van Turkije voor Duitsland om tot wrevel, haat, achterdocht. Het Keizerrijk was einde van de negentiende eeuw de leverancier van Pruisische militaire en administratieve vaardigheden aan de Ottomanen. Dat paste in de Duitse Drang nach Osten. Ook Perzië was een spil in die buitenlandse strategie van de Kaiser. Hij stimuleerde de Duitse internationale expansie met kolonies en een grote strategie om het Britse Suezkanaal te weerstreven door een verbinding per schip tussen Oost-Afrika, met de Duitse kolonies daar, naar Basra in de Perzische Golf, en daarop van Basra naar Bagdad over de uit te bouwen spoorlijn Bagdad-Berlijn. Onze Coetermans was betrokken bij het opzetten van rederijen van de Duitse kolonies in Oost-Afrika, als belangrijkste Tanganyka, naar Basra. Die havenstad had een spoorlijn naar Bagdad. Van het traject Bagdad-Berlijn waren bepaalde delen technisch zo zwaar dat er, aan de bergketens in Turkije, weinig anders opzat dan de vrachten met lastdieren over de hoge rotsen te sleuren. De verbinding Berlijn-Bagdad had eveneens een sleutelrol in de spoorverbinding van de Turkse hoofdstad, toen Constantinopel, omgedoopt tot Istanboel in 1930, naar de ‘buitengewesten’ van Turkije en dat waren wat vandaag Syrië, Jordanië, Irak en Saoedi-Arabië – en de pelgrimsteden Mekka en Medina – is. De rol van Louis Coetermans als Perzenvriend en Duitslandvriend heeft deze na 1918 niet geholpen om zijn industriële en commerciële rijk te beschermen tegen slinkse zetten van de Anglo-Saksen – met als spil de Rothschilds en De Beers – om het hem afhandig te maken. ‘The Berlin-Baghdad Express’ van Sean McMeekin is een uitstekend geschreven politiek-economisch detectiveverhaal dat gewichtig is voor de historische betrekkingen tussen Vlaanderen/België van de vorige eeuwwisseling, de verhouding van Kris Peeters en zijn CD&V tot de CDU van Mutti vandaag, en de grote aanwezigheid van Turken in de Bondsrepubliek. Zij zijn daar meer dan gastarbeider want door de laatste decennia van het Ottomanenrijk halve Pruisen.

Frans Crols was hoofdredacteur en directeur van het economisch magazine Trends en na zijn 65 werd hij vrije pen van ’t Pallieterke, Tertio en Doorbraak.

Commentaren en reacties