JavaScript is required for this website to work.

‘1914 – Het vervloekte jaar’

Harry De Paepe11/4/2014Leestijd 2 minuten
Titel'1914 - Het vervloekte jaar'
AuteurDirk Verhofstadt
UitgeverHoutekiet
ISBN9789089242761
Onze beoordeling
Aantal bladzijden254
Prijs€ 19.95

We verplichten onze kinderen om alle graven van Vlaanderen uit het hoofd te kennen, dat wordt er letterlijk ingestampt, maar eens we in de 20ste eeuw belanden houdt het op.‘ Deze opmerkelijke en vooral vreemde uitspraak komt van Dirk Verhofstadt, filosoof, professor, atheïst en liberaal. De man die niet van etiketten houdt, heeft er zelf wel heel wat. Hij deed zijn uitspraak in een interview (27/02/2014) voor Het Laatste Nieuws naar aanleiding van de lancering van zijn boek ‘1914‘. Vooraleer ik verder ga, de uitspraak klopt geenszins. Geen enkel leerplan vandaag stampt de graven van Vlaanderen in de hoofden van de kinderen en door de herinneringseducatie groeit de aandacht voor de hedendaagse geschiedenis op de scholen. Ofwel had de professor vooral zijn eigen schooltijd in gedachten ofwel stuurde hij zijn kinderen naar verkeerde scholen ofwel kan de man het niet laten om aan politiek te doen. Maar laten we het vooral over zijn boek hebben.

Dirk Verhofstadt overloopt het jaar 1914 van 1 januari tot en met 31 december aan de hand van krantenberichten. Daarvoor ging hij grasduinen in het Liberaal Archief van Gent. ‘1914‘ wordt opgedragen aan de betreurde Aurore Ruyffelaere, een lerares geschiedenis die bruut vermoord werd na een avondje Gentse Feesten. Het siert de auteur dat hij dit doet. Het boek toont de lezer goed aan dat onze voorouders niet wisten wat er hen te gebeuren stond. De oorlog begon schijnbaar al ‘stoemelings‘, omdat de Oostenrijks-Hongaarse buitenlandminister, Leopold Berchtold, een diplomatieke overwinning wou behalen, maar uiteindelijk een niet te overziene ramp in gang zette. ‘Het vervloekte jaar‘ is dan ook een terechte ondertitel. Maar het werk, dat vooral een waarschuwing wil zijn, is vooral een weetjesbundel geworden. Door de fragmentarische aanpak is er geen duidelijke lijn te ontwaren, zo onontbeerlijk in goede geschiedschrijving. Vaak had ik wel het gevoel van ‘Ah, da’s interessant!‘, zoals de stukjes over de suffragettes of over het Antwerpse antisemitisme, maar ik bleef te veel op mijn honger zitten. Het is misschien wel leuk om te lezen over de Ronde van Frankrijk van 1914 of over het rommelende Belgische voetbalelftal, maar dat is het dan ook.

Florian Illies ‘1913 – Het laatste gouden jaar van de twintigste eeuw‘ is op dezelfde leest gestoeld, maar overtreft Verhofstadts werk in diepgang en bronnengebruik. En dat merk je in kleine details. Zo vermeldt Dirk Verhofstadt dat de Duitse ‘Kaiser’ aan het einde van de oorlog vluchtte voor de geallieerden, terwijl de man vooral wegtrok uit angst voor de bolsjewieken die overal in Duitsland opstonden, zelfs in zijn eigen leger. Of bij woensdag 2 december 1914 staat het volgende: ‘Adolf Hitler ontvangt vandaag, op voordracht van adjudant Eichelsdörfer, het IJzeren Kruis Tweede Klasse voor zijn moedig optreden aan het front. Het wordt hem uitgereikt door Wilhelm II zelf die achter de linies een bezoekt brengt aan zijn troepen.‘ Hiervoor baseerde Dirk Verhofstadt zich uit een werk van 1987 van Lyn MacDonald ‘1914. Dagen van Hoop‘. Maar dit is achterhaald. De historicus Thomas Weber kon in zijn ‘Hitler’s First War’ (2010) alleen maar concluderen dat er geen enkel historisch bewijs is, uitgezonderd Hitlers eigen beweringen, dat deze ontmoeting ooit heeft plaatsgevonden. Nu stel ik me de vraag: als ik deze twee slordigheden vaststel, zijn er dan nog andere aanwezig in het werk?

Ik kan alleen maar besluiten dat dit boek vooral een aardigheidje is. Maar wie echt wil bijleren over 1914 en de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog leest beter de klassieke Barbara Tuchman of schaft zich het recente ‘1914. Het trauma van Europa‘ van Max Hastings aan.

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties